Ergens op een berg in de buurt van het Balatonmeer staat een halve kring huizen. Ver genoeg van elkaar af om elkaar niet direct te kunnen zien, dicht genoeg bij elkaar om te voet een kopje suiker te kunnen lenen. Elke huisjeseigenaar kent op zijn minst één andere huisjeseigenaar uit de tijd dat ze op het conservatorium in Berlijn studeerden. Zo zijn ze allemaal begonnen met een stukje wijngaard en een vervallen huisje. Zonder water, elektriciteit of werkend toilet. In de zomermaanden kwamen ze bij elkaar, klusten ze aan hun huisjes, en maakten wijn. Inmiddels heeft iedereen zijn romantisch stukje grond uitgebouwd tot zelfvoorzienend vakantiehuis, het wijn-maken hebben de meesten ondertussen uitbesteed aan mensen die daar meer aandacht voor hebben.
Ik heb hem er drie keer van verzekerd dat ik er helemaal op voorbereid ben; ons tochtje naar The Vineyard. Toch blijft hij zich preventief verontschuldigen: Het huisje waar wij naartoe gaan, is het middelste stukje wijngaard in de halve cirkel, en het enige huisje dat niet mee ontwikkeld is. Er is nog altijd geen water, geen elektriciteit, geen toilet. Dat ik dát juist het leukste vind aan onze Roadtrip, gaat er moeilijk in. Hij vindt me een stads meisje. En stadse meisjes horen op te zien tegen huizen met insecten, zonder douche. Toch stemt hij uiteindelijk in. We nemen mijn gitaar mee, zijn casio toetsenbord en een flinke dosis anti-muggen spray.
Leave A Reply